Biografische schetsen

Jan de Liefde
25 dec. 1814 - 6 dec. 1869

 

In 1837 voltooide Jan de Liefde zijn studie en werd doopsgezind predikant te Woudsend in Friesland. Het volgende jaar stierf en begon een verandering van zijn innerlijke geloofsbeleving en de prediking. Daardoor trok zijn prediking steeds meer rechtzinnige hervormden aan. In 1839 werd De Liefde doopsgezind predikant te Zutphen. De geestelijke verandering die Jan de Liefde en zijn prediking doormaakten, viel bij de vele hervormden toehoorders in betere aarde dan bij zijn eigen doopsgezinde gemeente, waarmee het in 1845 tot een breuk kwam. Na een studie aan het Seminarie voor Christelijke onderwijzers verdiende De Liefde vanaf 1848 de kost met het schrijven van boekjes voor het christelijk onderwijs.

In februari 1849 verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij, getroffen door zowel de geestelijke als de materiële nood van de Jordaners, zijn evangelisatiewerk begon met een turf onder zijn ene arm en een Bijbel onder de andere. De Bijbellezingen in een huis aan de Goudsbloemgracht trokken al snel honderden luisteraars. In 1853 startte De Liefde een evangelistenschool, waarvan de cursisten ’s avonds in de arme buurten van Amsterdam evangeliseerden. De Liefde had veel contacten met Het Réveil, maar stond erg kritisch tegenover het instituut kerk, waarvan hij de ene vleugel te star en de andere te vrijzinnig vond.

Om aan alle Nederlanders het evangelie te kunnen prediken, richtte hij in 1855 de landelijke vereniging Tot Heil des Volks op. In 1856 stichtte hij te Amsterdam een Vrije Evangelische Gemeente. In 1861 trok De Liefde zich terug. In 1864 vertrok hij naar Engeland om fondsen te werven. In 1869 overleed hij te Haarlem op 54-jarige leeftijd.

Veel evangelisatieteksten van De Liefde zijn nog steeds bekend; hij was componist – tekstdichter van liederen als Van U zijn alle dingen, Weet gij hoeveel sterren kleven, Klokje Klinkt en vele andere. Inclusief liederenbundels heeft hij zo’n 125 boektitels op zijn naam staan.